Het is alweer even geleden, de Stoutenburglezing die we hielden in Amersfoort. Marion, Rob en ik togen met broeder Bram op weg, om een aandachtig gehoor van zo’n 60 mensen te vertellen hoe Stoutenburg toekomst kreeg in de Huijberg. Bijna allemaal mensen die het Franciscaans Milieuproject van binnen of van buiten kennen, als bewoner, als vrijwilliger, als zanger, als bezoeker van de vieringen, hoe dan ook: als volger. Maar er valt niet veel meer te volgen, want in 2017 viel het doek. Maar blijkbaar volgen ze toch nog steeds, want ze waren er.

Het was een mooie middag. De een noemde het een middag in het paradijs. De ander straalde alleen maar. Het verhaal viel in goede aarde. De plaatjes erbij ook. De ontmoetingen spraken boekdelen. Iedereen was op eigen wijze weer even terug bij wat verloren is. In een ander bericht zal ik de hele lezing plaatsen. Waar het me hier om gaat is het vervolg op het laatste onderdeel ervan. De initiatiefnemers van deze middag hadden ons vragen mee gegeven. Een daarvan was: wat hebben we met het oog op de grote klimaatvragen en -zorgen geleerd van het Stoutenburgs gedachtengoed? We maakten zo’n lange opsomming van mensen en rollen dat het bijna een gedicht werd. Of een gebed zoals het in de afgelopen vespers bij de broeders terugkwam… Van roepers en bidders, tot profeten en handen-uit-de-mouwenstekers, tot zuinigerds en vinger-op-de-zere-plek-leggers. Iedere aanwezige kreeg een hand waar z/hij op schreef welke rol je het beste past. Want we kunnen niet alles alleen, we hoeven niet alles te kunnen, we vullen elkaar ook op dat terrein vooral aan.
Er kwam een breed scala aan mooie mensen (met in verhouding best veel kunstenaars en schoonheid scheppers…). Vervolgens werden in een workshop op die handen handreikingen geplakt, voor dat groene, geïnspireerde, klimaatvriendelijke leven en kwamen de handen weer terug in de afsluitende viering. Ze vormden letterlijk een kleurrijk en daadkrachtig snoer dat ons vervolgens weer de weg naar buiten, ieder naar de eigen plek wees.

Al die handjes gingen mee terug naar Huijbergen. Ik haalde ze van het touw. Deed er een grote paperclip om. Bladerde ze door. En dacht ‘het is nog niet klaar’. Die handjes waren namelijk geknipt door onze Huijbergse vrijwilligers. Waar de beweging die met Stoutenburg begon nu verder stroomt. Waar we nog regelmatig terugdenken aan en praten over alles wat we daar beleefden en leerden.
En toen werd het woensdag, tuindag, met onze vrijwilligers, en wist ik het. Ik nam alle handjes mee naar de tuin. Liet zien wat ermee gebeurd was. En liet ieder uit die grote stapel weer een handje trekken. Als een engelkaartje, maar dan anders. En kijk: ieder kreeg een rol en handvat dat past. Iedereen werd er door verrast, geraakt, of aangesproken.

Op mijn handje stonden zelfs twee rollen: ‘behoeder en bewaker van erfgoed’ én ‘volhouders en hoopgevers’. Met erbij geplakt ‘Lees en leef Laudato si’ en het Zonnelied’. Laat dat nou allemaal precies zijn wat ik hier bij de Huijberg kan en wil doen!?

Maar ik kan het niet alleen. Hoeft gelukkig ook niet. Maar toch. Bedenk nog eens bij jezelf: hoe kunnen we deze beweging van hoopgevers en volhouders ondersteunen? Wat zou jij bij en met die Huijberg kunnen en willen? Hoe kan jij eraan bijdragen, je hoeft er niet te wonen, maar misschien kun je op een of andere manier betrokken zijn? Door reclame te maken, te doneren, een activiteit mee te maken, anderen erop te attenderen, vrijwilliger te worden, af en toe mee te werken? Kijk eens op de website, bij het programma, bij de informatie. Ik ben benieuwd, welkom!

En als we voor jou ook zo’n handje kunnen trekken: stuur een berichtje met je telefoonnummer, dan krijg jij de foto van de hand die wij elkaar kunnen toesteken!