Onze jarige kleinzoon zorgde ervoor dat we weer eens een paar dagen in Amsterdam waren. Het was er goed. Maar ergens in een bloemenwinkel ging het mis. Er stonden plantjes. Waarom was ik ook al weer naar binnen gegaan? Ik weet het alweer: we zijn op zoek naar een citroengeranium voor de oma van de kinderen van Marion, maar dat terzijde… Plantjes stonden er, met op een bordje hun naam: Echeveria. Mooie mandala-vormige vetplantjes. Blauw. Blauw?! De sporen van de spuitbus stonden ook op de potjes en de aarde. Voor €1,50 kon je er een kopen. Voor een euro vijftig waren ze gegroeid, verpot, verzorgd, en uiteindelijk blauw gespoten. Aan lelijk gekleurde chrysanten zal ik ook nooit wennen, maar dit sloeg alles. Echeveria. Ik kende de naam niet. Maar ik heb er ook een staan in de vensterbank. In een zachtgroen potje, in dezelfde kleur als dit zachtgroene plantje. Wie heeft dit in hemelsnaam bedacht? Past blauw beter in een doorsnee interieur? Is het de nieuwe kerstkleur? Ik ben gek op blauw, ook in mijn kamer, maar een blauwe plant komt er echt niet in! Word er groen en geel van.

Het zette mij tijdens de treinreis die volgde aan het mijmeren over blauw en groen. Blauw als mijn lievelingskleur, groen als mijn lievelingsleefwijze (als ideaal, vol met minder groene verleidingen en onvolkomenheden). Blauw als lievelingskleur van kleinzoon, die langzamerhand ook groen leert waarderen. Blauw in de beschrijving van cichorei door Jan Wolkers in het gratis bibliotheekboek deze novembermaand (ga ’t gauw nog halen, Wintergroen!). Blauw als kleur voor de blauwe zone, waar we een paar jaar geleden op Stoutenburg een inspiratiedag over organiseerden. De illustratie van die dag (zie boven) was een soort blauwdruk van hoe een ‘blauw’ leven er uit kan zien: een rustig tempo, genoeg natuurlijke lichaamsbeweging, gezond oftewel plantaardig eten, zorg voor een doel in je leven, je verbonden weten met een gemeenschap (waar je woont, of familie, vrienden, kerk/geloof). En een glas rode wijn per dag. Behalve dat laatste lijkt ons leven hier op De Huijberg wel te voldoen aan die negen handvatten (ik voegde er een paar samen) voor een lang, gezond, en vast ook gelukkig leven. Gelukkig zijn we al. En het gelukkigst zijn we als we dit goede leven hier kunnen delen met gasten bij onze activiteiten. Of zoals deze ochtend met de woensdag-vrijwilligers. Of met die kleinzoon die zo graag komt struinen in de tuin (en mee helpt kastanjes rapen, voor heksensoep en wasmiddel).

Dus zaaiden wij vandaag de laatste winterrogge (aansluitend bij doel 1. zorg voor de aarde). Haalden wij het eerder aangelegde labyrint overhoop om het volgende week anderhalve meter op te schuiven (is dat 2. zorg voor de mens – dat het nu op de kruising van twee leilijnen komt en nog meer energie zal geven of in ieder geval inkeer?). En aten wij een heerlijk kruidige, lobbige, romige, oranjegele pompoensoep met geroosterde pitjes, samen met de harde werkers en ons bezoek (3. delen van overvloed). En zo eindig ik met de drie principes van de permacultuur, die misschien niet blauw maar wel heel groen zijn. En waar we hopelijk nog heel lang en gelukkig en gezond mee kunnen leven in deze uitnodigend groene her-… ehh… Huijberg. Met hier en daar natuurlijk wat tintjes blauw.

Voor wie meer wil lezen over permacultuur – een introductieartikel, op een website met een schat aan informatie, van permacultuurnederland.