En voordat ik het weet is de maand mei alweer bijna aangebroken. Het jaar vliegt voorbij. We vliegen zelf mee, van hoogtepunt naar hoogtepunt. Van gast naar gast. Van boom naar bodem en van  aarde naar zaad. Doordat we al vanaf december in de aanplantmodus zaten is de winter ongemerkt in de lente overgegaan. Alle 600 bomen en heesters zijn de grond in gegaan, 400 in het tiny forest, 200 op andere plekken op het terrein, bij vrienden en bekenden, of waar dan ook via 1miljoenbomennu. En nu het dan zover is dat alles uitloopt zie ik pas goed wat een impact al dat groen heeft. Een complete T vol nieuw leven. Een voortuin waar zoveel meer groen inzit. Berichtjes van mensen met een foto ‘kijk, zo staat jullie boompje er nu bij!’. Veelbelovend en hartverwarmend.

Langzaam maar zeker, en soms met grote vlagen blijdschap door me heen, dringt door wat er gebeurt hier in Huijbergen. Als ik die tinyforest-boompjes zie. Als ik de fruitboompjes zie bloeien in de permatuin, die vorig jaar zo’n moeilijke start hadden met de droogte. Als ik al die kleine kiemen in de moestuin zie opkomen waar deze tuin tot twee jaar geleden nog nooit van had gehoord. Goudsbloem. Vingerhoedskruid. Toorts. Slaapmuts. Mariadistel. Duizend driekleurig viooltjes. Dan komt soms die tekst in me op van Hein Stufkens, door Edwin Schimscheimer op muziek gezet: Ik zal zaaien, ik zal oogsten, ik zal heel de aarde troosten, met het bloeien van mijn tuin. En dan realiseer ik me hoe snel dat gaat. Een keer zaaien en de rest komt vanzelf. Het zaad zoekt zijn eigen weg. Is dankbaar voor ieder plekje bodem dat een plek biedt. Ik hoef nauwelijks meer te zaaien. Ja, wel op die plekken waar we ‘productie’ willen hebben. Moeilijk hoor. Viooltjes eruit, tuinkers erin. Goudsbloem eruit, wortel erin. Paardenbloem eruit, aardappels erin. Maar tussendoor ook lekker veel nog laten staan. De toekomst zal leren of ik genoeg moestuinier ben… Gelukkig hebben we ook een kruidentuin, waar juist de paardenbloem blijft staan en zelfs een naambordje krijgt.
De bodem warmt ondertussen lekker op. Nu nog wat water. Ging dat ook maar wat meer vanzelf, mijn relatie met hemelwater wordt wel op de proef gesteld… Binnenkort ook de grond maar weer goed mulchen, we hebben genoeg gras en mos bij de hand dit jaar. Fijn om daarmee de bodem goed te kunnen bedekken zodat niet al het kruid opschiet, de bodem beter vocht vasthoudt, en het bodemleven beschermd blijft. Ook in de schooltuin gaan we dat doen. De kinderen keken hun ogen uit hoe er toch in een week zoveel mos en gras had kunnen groeien. Maar ook tegen de vorst beschermt het, dus had ik het tuinbonenbed ermee bedekt. Die schooltuin is een wonder op zich. Daarover een andere keer vast meer. Voor nu: laten we de aarde troosten waar en hoe we maar kunnen. Met water, mulch, zaad, bomen, liefde. En met onze voetstappen. Want we vliegen niet. Nee, we willen rustig blijven lopen. Met aandacht voor aarde en adem, zegt de Huijberg. Stap voor stap. Zaadje voor zaadje. Laat maar komen, die erwt, peul, capucijn. Pompoen, courget, tomaat. Bindsla, rucola, radijs. Bloem, blad, blijheid. Daarmee oefen ik mezelf. In rust. In vrede. In ‘genoeg’. In aarden. In zaaien.

Een mooie maand mei gewenst!