Korte dagen. Duister. Nattigheid. Ik zal er aan moeten geloven: het is winter. Hoewel ik nooit goed mee voel waar die overgang ligt van herfst naar winter. Is dat officieel pas bij de winterzonnewende, de 21e december? Dat is dan toch weer veelbelovend, want ondanks de winter wordt het tegelijkertijd elke dag alweer een beetje lichter…
Afgelopen weken viel het woord een paar keer. Vooral als mensen me in de tuin bezig zagen: ‘Zo, is ie al bijna winterklaar?’ Wat is dat eigenlijk? Voor sommigen betekent het dat alle blaadjes zijn weg geharkt (of erger nog: geblazen…), dooie stengels geknipt, bollen in de grond.
Voor mij betekent winterklaar: blad erover (en daar wat takken bovenop tegen het wegwaaien). Dode stengels gastvrij laten staan (overwinteringsplek voor insecten, larven e.d. en voedsel voor vogels). Alles wat nog leeft ook laten groeien (vogelmuur doet het goed) – voor de vitamientjes voor onszelf en de vogels. Vogelvoer in de silo’s en mandjes in de tuin. Compost verzameld. Extra blad van de lindebomen op de bladhoop of op de bedden. Blad en begroeiing op de grond houden is goed voor de bodem in de winter: de grond spoelt niet uit, het bodemleven is beschermd, er vormt zich een mooi laagje compost waar we in het voorjaar veel plezier van hebben. Net als van de bollen.
Wat dit jaar ook bij het winterklaar maken hoort: stilte verzamelen. Met zes gasten een weekend stilte zoeken in huis, klooster, tuin en bos. In een warm huis (vooruit, met gasten erbij zetten we de radiatoren op meer plekken open), met verwarmende maaltijden, verstillende avondmeditaties, ochtendmeditaties die het licht verwelkomen rond een uur of acht. In het maanlicht. Altijd goed voor stilte, verdieping, verzuchting. Verzuchting hoe goed het is om de dag buiten te beginnen. Hoe mooi het buiten is. Hoe dichtbij die stilte en de natuur (hier) zijn. Op deze manier hoeven we er eigenlijk weinig voor te doen om mensen een goede tijd te bezorgen. Ons eigen ritme en manier van leven bieden al zo veel inspiratie, blijkt elke keer weer. De omgeving ademt rust. Het weg zijn van huis maakt mensen bewust van hoe ze zo’n stilte nodig hebben: vermoeidheid komt los, verlangens, creativiteit gaat weer stromen. Zo maken ze zichzelf klaar voor de winter: opladen, leeg worden, bodempje leggen van rust, aandacht verzamelen voor wat je doet, eet, drinkt.
En nu zijn ze weg en is de stilte nog dieper. Het huis is leeg. Ik ben moe, maar ook voldaan. Zien en voelen wat het met mensen doet als ze zich een paar dagen hier onderdompelen doet goed. En ondertussen legde ik ook zelf een bodempje van stilte, tussen het zorgen voor koffie, thee, eten, inhoud door. Een verhaal op zondag met een vraag over mijn eigen lege stal hielp daarin mee. Hoeveel ruimte heb ik om God, Jezus, het leven binnen te laten? Vanavond en vannacht nog maar een keer goed de bezem erdoor. Mijn geest leeg maken. De lege stal in de gang laten staan. En er af en toe naar kijken: waar zit ik, en ben ik klaar voor het toelaten van het licht? Vrede en alle goeds voor jou, in deze donkere en bijna weer lichter wordende dagen voor kerst! Als je de blaadjes maar laat liggen.

PS Ondertussen is de  stal gevuld met Jozef en Maria, os en ezel. Het kindje wacht op de schoorsteenmantel. De herders zijn bij hun schapen. En wij maken ons huis in orde voor een volgende groep: tien mensen komen kerst met ons vieren. Ook daar is de winter klaar voor.